Geschiedenis

De oudste geschiedkundige bron die getuigt van wijncultuur in Limburg dateert van het jaar 1709 en is afkomstig van Berlingen, momenteel een deelgemeente van Wellen maar destijds in het persoonlijk bezit van de graven van Loon. Het betreft een schenking van de adellijke dame Ermengarde aan de Sint-Lambertuskerk in Luik. Het legaat bestond uit een wijngaard die een oppervlakte had van 20 Loonse roeden (1 roede = 436 m2).

Uit een huwelijkscontract van 14 februari 1475, ditmaal afkomstig van een andere Loonse leen, namelijk Herten (huidige deelgemeente van Wellen), vernemen we dat een zekere Gerrit van Edelbamde een wijngaard van tweeëntwintig roeden, naast een aantal andere goederen, aan zijn dochter Mechtildis schenkt : " Dit sind al sulge erflijcke guede als Gerrit van Edelbambe, here tot Herten, gheven sal sijnre wettige dochter Mechtildis. Item de wijngaert tot Herten metten wijnperssen, haldende twee en twintich roeden, derwelighe pliecht somwilen des jaers te hebben dertig, somwilen veertich amen of mee, off somwilen off min naer jaersbeganc".

In Loon zelf was heel de zuiderhelling achter de kerk en de Burggracht één grote wijngaard. Toponymisch staat dit gebied aangetekend onder de benaming “De Wijngaard” en beslaat een oppervlakte van 3,17 ha. Het geniet een zeer gunstig microklimaat. Ridder Hendrik van Guygoven, die de eigenaar er van was, schonk het aan het kapittel van de nabijgelegen Sint Odulphuskerk (1340). Hij hechtte zijn legaat als beneficium aan het altaar der Drie Koningen. Karakteristiek is dat de Heren kanunniken van het kapittel ieder jaar, wanneer de wijn uit de gistkuipen naar de tonnen werd overgeheveld, het voorrecht hadden de “landtwijn” te testen en er vervolgens de verplichte verkoopprijs van te bepalen.

De teloorgang van de wijnteelt in onze streken omstreeks de zestiende eeuw wordt toegeschreven aan talrijke factoren: de “kleine ijstijd “ die voor een gevoelige temperatuursverlaging zorgde, de enorme verhoging van de graanprijs die de wijnbouwers deed omschakelen naar landbouw en een ziekte aan de planten die de productie aanzienlijk verlaagde .

De eerste poging om in Zuid-Limburg de wijntraditie nieuw leven in te blazen, dateert van 1963. In dat jaar legde de heer Bellefroid langs de Kernielerweg in Borgloon een wijngaard aan. En dat niet zonder succes! Vanaf die periode is er immers een voortdurende uitbreiding geweest van aanplantingen zowel door wijnliefhebbers als door professionelen.

In 1989 werd de werkgroep "De Wijngaerd" van de vzw fruitstreekmuseum in Borgloon opgericht. Deze werkgroep zorgde in 1991 voor de aanplanting van de eerste wijnstokken in de Motvallei. Uit de werkgroep ontstond later, in 1995, de Gilde de Loonse Wynluyden. Deze wijngilde heeft tot 2008 gezorgd voor een voortdurende uitbreiding van de wijngaard op het domein van De Groote Mot.

Een nieuwe uitbreiding volgde in 2010 toen de wijngaard op het domein van het kasteel De Clee in Kuttekoven werd aangeplant. De eerste wijn "kasteel De Clee" werd gebotteld in 2013.